Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • works = werkt
  • Delft = Delftse
  • method = methode (de)
  • head = hoofd (het)
  • by heart = uit je hoofd
  • step by step = stap voor stap
  • read = lezen
  • listen = luister
  • to = naar
  • words = woorden
  • look up = zoek op
  • wordlist = woordenlijst (de)
  • know = weet / kent
  • they = ze
  • mean = betekenen / bedoel
  • understand = begrijp / versta / verstaan / verstaat
  • until = totdat
  • immediately = direct
  • can = kan / kun / kunt
  • use = gebruik
  • with that = daarmee
  • sentence = zin
  • comes = komt
  • when/ if = als
  • it = hem
  • through = via / door
  • very = heel
  • exactl(ly) = precies
  • pronunciation = uitspraak (de)
  • by talking = door te praten
  • talk = praat
  • never = nooit
  • in this way = zo
  • repeat = zegt na / herhaalt
  • yourself = jezelf
  • gaps = gaten
  • have seen = heb gezien
  • check (checking) = controle (de)
  • text with gaps = gatentekst
  • are missing = ontbreken
  • write down = opschrijven / schrijf op
  • later (on) = later
  • questions = vragen
  • answers = antwoorden
  • in order to = om te
  • practise = oefenen
  • fun = leuk