ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 11.0 - Hoe wonen jullie?
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
own
=
eigen
house
=
huis (het)
to rent
=
huren
dwelling
=
woning (de)
in lodgings
=
op kamers
somebody else
=
iemand anders
together
=
samen
girlfriend
=
vriendin (de)
upstairs
=
boven
both
=
allebei
our
=
onze
room
=
kamer (de)
shower
=
douche (de)
toilet
=
wc (de)
kitchen
=
keuken (de)
downstairs
=
beneden
use
=
gebruiken
contact
=
contact (het)
they are
=
het zijn
nice
=
aardige
with them
=
bij hen
even
=
zelfs
now and then
=
af en toe
they
=
zij
with us
=
bij ons
big
=
groot
rather
=
vrij
large/ spacious
=
ruim
square
=
vierkante
meter
=
meter (de)
there
=
er
sleep
=
slaap
my
=
m'n
living room
=
woonkamer (de)
bedroom
=
slaapkamer (de)
only
=
maar
two by three
=
twee bij drie
windows
=
ramen
nevertheless
=
toch
satisfied
=
tevreden
expensive
=
dure / duur
pay
=
betaal
for it
=
ervoor
well
=
tja
call
=
noemt
inclusive of
=
inclusief
gas
=
gas (het)
electricity
=
elektriciteit (de)
personally
=
zelf
reasonable
=
redelijke
rent
=
huur (de)
did come by/ find
=
ben gekomen (aan)
parents
=
ouders
friend
=
vriend (de)
live together
=
samenwonen
are looking for
=
zoeken
preferably
=
het liefst