ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 18.0 - Oma's wil is wet
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
family
=
gezin (het)
brothers
=
broers
sisters
=
zussen
normal
=
normaal
child
=
kind (het)
play
=
spelen
found/ thought
=
vond
uncles
=
ooms
aunts
=
tantes
nephews/ cousins
=
neven
nieces/ cousins
=
nichten
miss
=
mist
fortunately
=
gelukkig
youngest
=
jongste
rest
=
rest (de)
photo
=
foto (de)
these are
=
dit zijn
father
=
vader (de)
mother
=
moeder (de)
young
=
jong
what kind of
=
wat voor
farmer
=
boer (de)
teaches
=
geeft les
that's
=
da's / dat is
coincidence
=
toevallig
mine
=
de mijne / mijn moeder
him
=
'm / hem / mijn vader
are divorced
=
gescheiden
grandmother
=
oma (de) / grootmoeder
was babysitting
=
paste (op)
were
=
waren
like/ love
=
hou (van)
her
=
haar
to
=
naar toe
holidays
=
feestdagen
birthdays
=
verjaardagen
each other
=
elkaar
live
=
leven
grandparents
=
grootouders
chair
=
stoel (de)
in the front
=
vooraan
grandfather
=
opa (de)
died
=
gestorven
unfortunately
=
jammer genoeg
known
=
gekend
that one
=
die ene
plays
=
speelt
role
=
rol (de)
about everything
=
overal over
opinion
=
mening (de)
puts
=
steekt
sofas
=
banken
grandchildren
=
kleinkinderen
grandma's
=
oma's
will
=
wil (de)
law
=
wet (de)