ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Boom
Delftse Methode
Deel Nederlands voor Buitenlanders
Hoofdstuk 21.0 - De kaart van Nederland
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
firstly
=
ten eerste
world
=
wereld (de)
north
=
noord / noorden (het)
south
=
zuid / zuiden (het)
distance
=
afstand
west
=
west / westen (het)
east
=
oost
border
=
grens (de)
Belgium
=
Belgie
Germany
=
Duitsland
secondly
=
ten tweede
flat
=
vlak
mountains
=
bergen
province
=
provincie (de)
proud
=
trots
hotel
=
hotel (het)
Switzerland
=
Zwitserland
thirdly
=
ten derde
low
=
laag
areas
=
gebieden
lie
=
liggen
part
=
deel (het)
level
=
niveau (het)
sea level
=
zeeniveau (het)
half
=
helft (de)
dikes
=
dijken
dams
=
dammen
keep
=
houden
dry
=
droog
southwest
=
zuidwesten (het)
fourthly
=
ten vierde
rivers
=
rivieren
ships
=
schepen
sail
=
varen
roads
=
wegen
forms
=
vormt
enormous
=
enorm
danger
=
gevaar (het)
break
=
breken
happened
=
gebeurde
rises
=
stijgt
in
=
over
some
=
enkele
is being built
=
gebouwd
here and there
=
hier en daar
patches
=
stukjes
because
=
doordat
grow
=
groeien
companies
=
bedrijven
finally
=
ten slotte
broad/ wide
=
brede
most beautiful
=
't mooiste
along
=
langs
coast
=
kust (de)
something like that
=
zoiets