ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Cambridge University Press
English in Mind Second edition
A1 - Deel Starter - 2e editie
Hoofdstuk 2 - We're a new band
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
absolutely
=
zeker
to act
=
acteren
to agree
=
mee eens zijn
air
=
lucht
all
=
allemaal
alone
=
alleen
amazing
=
bewonderenswaardig
any
=
nog
to ask
=
vragen
at
=
naar
Australian
=
Australisch / Australiër
awful
=
vreselijk
ball
=
bal
band
=
muziekgroep
basic
=
basis
bass (guitar)
=
bas
to be
=
zijn
before / for
=
voor
birthday
=
verjaardag
boy
=
jongen
to breathe
=
ademen
CD
=
CD
centre
=
centrum
comment
=
opmerking
company
=
bedrijf
concert
=
concert
cool
=
gaaf
to cut out
=
uitknippen
dirty
=
vies
to do
=
doen
drums
=
drums
DVD
=
dvd
email
=
e-mail
England
=
Engeland
episode
=
aflevering
everyday
=
elke dag
excellent
=
voortreffelijk
expression
=
uitdrukking
fantastic
=
fantastisch
favourite
=
favoriet
to find
=
vinden
four
=
vier
girl
=
meisje
to go
=
gaan
great
=
prachtig
group
=
groep
guitar
=
gitaar
guy
=
kerel
hamburger
=
hamburger
hard
=
moeilijk
her
=
haar
here
=
hier
hey
=
hé
Hi!
=
Hoi!
to hold
=
vasthouden
improvisation
=
improvisatie
internet
=
internet
interview
=
sollicitatiegesprek
jam
=
jam
joke
=
grap
just
=
alleen maar
lead
=
hoofd
to let
=
laten
to like
=
houden van
lyrics
=
songtekst
me
=
mij
men
=
mannen
moment
=
moment
negative
=
negatief
new
=
nieuw
object
=
voorwerp
Of course!
=
Natuurlijk!
on
=
op
or
=
of
order
=
volgorde
our / us
=
ons
outside
=
buiten
pair
=
paar
Paris
=
Parijs
pizza
=
pizza
play
=
spelen
plural
=
meervoud
positive
=
positief
to prepare
=
voorbereiden
pronoun
=
voornaamwoord
really
=
heel
scene
=
scène
score
=
stand
shame
=
jammer
situation
=
situatie
so
=
zo
song
=
liedje
sorry
=
sorry
star
=
ster
statement
=
bewering
story
=
verhaal
subject
=
onderwerp
such
=
zo'n
Swiss
=
Zwitsers / Zwitser
to take
=
meenemen
to tell
=
vertellen
terrible
=
verschrikkelijk
their
=
hun
them
=
hen
theme park
=
pretpark
they
=
zij
to think
=
denken
three
=
drie
time
=
tijd
title
=
titel
today
=
vandaag
together
=
samen
to try
=
proberen
to underline
=
onderstrepen
to want
=
willen
we
=
wij
when
=
wanneer
you
=
jij / u
your
=
jouw / uw
yourself
=
jezelf / uzelf