Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • The weather forecast = Het weerbericht
  • The rain/to rain. = De regen/regenen.
  • It is raining. = Het regent.
  • The shower. = De regenbui.
  • The snow/to snow. = De sneeuw/sneeuwen.
  • It is snowing. = Het sneeuwt.
  • Thunder and lightning/There is a thunderstorm. = Het onweer/onweren.
  • The sun/ the sun is shining/sunny = De zon/de zon schijnt/zonnig.
  • It is clouded/cloudy/sunshine and cloud. = Het is bewolkt/wisselend bewolkt.
  • We will get snow/rain. = We krijgen sneeuw/regen.
  • During the day/at night. = Overdag/’s nachts.
  • The whole (entire) day/night/the evening. = De hele dag/de avond/vanavond.
  • In the morning/in the afternoon. = Voor de middag/na de middag.
  • The weather will be good/bad. = Het wordt mooi/slecht weer.
  • It will rain = Het zal gaan regenen.
  • There is a chance that it will rain = Er is een kans dat het gaat regenen.
  • The minimum temperature. = De minimumtemperatuur.
  • The maximum temperature. = De maximumtemperatuur.
  • (The) information. = De inlichtingen/informatie.