ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
De Uitgeversgroep
ENG A2 ENG A2 FD
A2 - 1e editie
Hoofdstuk 1.0 - Introduce yourself
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
aborigines - the
=
oorspronkelijke bewoners
allergy - an
=
allergie
applause - an
=
applaus
below
=
onder
bid farewell - to
=
afscheid nemen
bow -a
=
buiging
break - a
=
pauze
canteen service - the
=
kantinedienst
catering - the
=
horeca
cleaner - a
=
schoonmaker
coach -a
=
begeleider
college - a
=
opleiding
company - a
=
bedrijf
construct - to
=
bouwen
country - a
=
land
cycle -to
=
fietsen
damp
=
vochtig
date of birth - a
=
geboortedatum
department - a
=
afdeling
detached house -a
=
vrijstaand huis
dietary needs
=
dieet voorschriften
different
=
verschillend
discover - to
=
ontdekken
early
=
vroeg
exchange - to
=
uitwisselen
exchange - an
=
uitwisseling
eyebrow - an
=
wenkbrauw
facility service - the
=
facilitaire dienstverlening
fart - to
=
een scheet laten
fill in - to
=
invullen
first name -the / given name(s)
=
voornaam
fitting session -a
=
passen van kleding
flash - a
=
flits, snelle beweging
flat tyre- a
=
lekke band
floor - a
=
verdieping
force - a
=
kracht
forehead - a
=
voorhoofd
form- a
=
formulier
formal
=
formeel
future -the
=
toekomst
globe -a
=
wereldbol
greeting- a
=
groet
guided tour - a
=
rondleiding
handshake - a
=
handdruk
hosting meetings
=
vergaderservice
howling
=
jankend
introduce – to
=
voorstellen
janitor - a
=
concierge
kind regards
=
met vriendelijke groet
last name - a
=
achternaam
laugh - to
=
lachen
laundry service - the
=
linnendienst
lifting
=
optillen
located
=
gelegen
mailroom - the
=
postkamer
maintenance - the
=
(gebouwen) onderhoud
marital status - the
=
burgerlijke staat
medicines
=
medicijnen
mind
=
geest, gemoed
moped - a
=
brommer
nationality - the
=
nationaliteit
nearby
=
dichtbij
needs
=
benodigdheden
nomadic
=
nomadisch
pastime - a
=
tijdverdrijf, hobby
pet - a
=
huisdier
photographer - a
=
fotograaf
polite
=
beleefd
postal code - the
=
postcode
postcard - a
=
ansichtkaart
practice - a
=
praktijk
press - to
=
duwen
profession - a
=
beroep
pub - a
=
café
question - a
=
vraag
quick
=
snel
raise - to
=
opsteken
realize - to
=
realiseren
remark - a
=
opmerking
repeat - to
=
herhalen.
residence - a
=
woonplaats
ride - a
=
rit
scary
=
eng
security
=
beveiliging
share - to
=
delen
signature - a
=
handtekening
sobbing
=
snikken(d)
study guide - a
=
studiegids
superior
=
beter dan
surprised
=
verbaasd
symbolize - to
=
symboliseren
technical service - the
=
technische dienst
Thursday
=
donderdag
touch - to
=
aanraken
training period - a
=
stageperiode
travel -to
=
reizen
Tuesday
=
dinsdag
village - a
=
dorp
vocational
=
beroeps
weird
=
vreemd
while
=
terwijl
whole
=
geheel, hele
wish - to
=
wensen