Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • excellent = uitstekend
  • blow out = uitblazen
  • enjoy = genieten van
  • fancy = zin in
  • hide = verstoppen
  • balloons = ballonnen
  • party hat = feesthoedje
  • piece = stuk
  • don’t worry = maak je geen zorgen
  • light the candles = de kaarsen aansteken
  • make a wish = doe een wens
  • of course = natuurlijk
  • shut up = mond dicht
  • someone = iemand
  • traditional = traditioneel
  • arrive = aankomen
  • get married = gaan trouwen
  • marry = trouwen
  • bottle = fles
  • bride = bruid
  • cousin = neef / nicht
  • dress = jurk
  • groom = bruidegom
  • meal = maaltijd
  • poem = gedicht
  • tradition = traditie
  • only = nog maar
  • amazing = ongelofelijk
  • magical = betoverend
  • celebrate = vieren
  • would like to = zou willen
  • aunt = tante
  • couple = stel / paar
  • future = toekomst
  • list = lijst
  • square = plein
  • tree = boom
  • box = doos
  • department = afdeling
  • wheelchair = rolstoel
  • Belgian = Belgisch
  • Let’s see = Eens even kijken.
  • love = schatje / liefje
  • maths = wiskunde
  • no problem = geen probleem
  • this afternoon = vanmiddag