Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • become = worden
  • canteen = kantine
  • careers adviser = loopbaanadviseur
  • film director = filmregisseur
  • I see = Ik snap het
  • lady = dame
  • leaflet = folder
  • No way = Echt niet
  • nurse = verpleegster / verpleegkundige
  • over there = daarginds
  • pilot = piloot
  • throw = gooien
  • you’re kidding = dat meen je niet
  • a little = een beetje
  • don’t worry = maak je geen zorgen
  • nervous = nerveus / zenuwachtig
  • quiet = stil / rustig
  • stay = blijven
  • sure = zeker
  • start = beginnen
  • a few = een paar
  • abroad = het buitenland
  • actor = acteur
  • clothes = kleren
  • early = vroeg
  • earn = verdienen
  • fire = vuur
  • get up = opstaan
  • hour = uur
  • pocket money = zakgeld
  • spend = doorbrengen
  • way = manier
  • glasses = bril
  • have a look = een kijkje nemen
  • sign = bord
  • so = dus