Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • of course = natuurlijk
  • roller coaster = achtbaan
  • scary = eng
  • theme park = pretpark
  • helmet = helm
  • guide = gids
  • silly = gek
  • ride = rit
  • sights = bezienswaardigheden
  • stall = kraam
  • by the way = trouwens
  • Don't worry = Maak je geen zorgen
  • single = enkel
  • answer = antwoord
  • perhaps = misschien
  • Spanish = Spaans
  • wrong = verkeerd
  • right = juist
  • in front of = voor
  • wife = vrouw
  • exhibition = tentoonstelling
  • in the world = ter wereld
  • King = koning
  • nearest = dichtstbijzijnde
  • off = eraf
  • Queen = koningin
  • woods = bos
  • star = ster
  • thrilling = spannend
  • admission price = toegangsprijs
  • discount = korting
  • finally = eindelijk
  • honey = liefje
  • in that case = in dat geval
  • Irish = Iers
  • return = terugkomen
  • towards = in de richting van