Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • confused = in de war
  • tiny = heel klein
  • shed = schuur
  • hit = aanrijden
  • awful = afschuwelijk
  • drive - drove - driven = rijden - reed - gereden
  • driver = chauffeur
  • free range chicken = scharrelkip
  • junk food = ongezond eten
  • cute = schattig
  • grow crops = gewassen verbouwen
  • pesticide = bestrijdingsmiddel
  • field = veld
  • cereals = granen
  • scare = bang maken
  • plate = bord
  • look after = zorgen voor
  • behaviour = gedrag
  • vegetarian = vegetarisch
  • answer = beantwoorden
  • breath = adem
  • by accident = per ongeluk
  • guinea pig = cavia
  • illness = ziekte
  • outdoors = buiten
  • ago = geleden
  • brush = borstelen
  • attention = aandacht
  • quite = best
  • heavy = zwaar
  • painful = pijnlijk
  • until = tot