Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • back home = thuis
  • celery = selderij
  • cheese straw = kaasstengel
  • cheese-flavoured = met kaassmaak
  • embarrass = voor schut zetten
  • flap = klapperen
  • globe = aardbol
  • hopefully = vol verwachting
  • housewarming party = inwijden van nieuw huis
  • in the end = ten slotte / uiteindelijk
  • lentil = linze (soort zaad) / linze
  • pastry = bladerdeeg
  • puzzled = verbaasd
  • shrug = ophalen
  • squawking = kakelende
  • termite = termiet
  • That’s the point! = Dat is het hem nou juist!
  • walnut = walnoot
  • boost = stimuleren / goed zijn voor
  • cause = doel / veroorzaken
  • chef = kok
  • elsewhere = elders
  • fire = ontslaan
  • guideline = richtlijn
  • luckily = gelukkig
  • nationwide = nationaal / landelijk
  • obese / overweight = te dik
  • obesity = overgewicht
  • overcome = overwinnen
  • raise = verhogen / verbeteren
  • tackle = aanpakken
  • cabbage = kool
  • coleslaw salad = Amerikaanse koolsalade
  • crocodile = krokodil
  • delicacy = delicatesse
  • grasshopper = sprinkhaan
  • kangaroo = kangoeroe
  • octopus = inktvis
  • on average = gemiddeld
  • ostrich = struisvogel
  • rattlesnake = ratelslang
  • root beer = Amerikaanse limonade
  • satisfy your appetite = eetlust stillen
  • scorpion = schorpioen
  • sold out = uitverkocht
  • survive = overleven
  • wash down = wegspoelen
  • at last = eindelijk
  • flavour = smaak
  • for a long time = al lang
  • home-made = zelf gemaakt
  • meat pie = hartige taart met vlees / hartige taart
  • mushroom = paddenstoel
  • on the end = aan het einde
  • stuffed = gevuld
  • various = diverse / verschillende