ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
All right!
1e editie
All right1-2thv
AllRight1-2thv-H4-NE
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
as well
=
ook
bake
=
bakken
cake
=
cake / gebakje
earn
=
verdienen
fancy
=
zin hebben om / zin hebben in
mosque
=
moskee
neighbours
=
buren
raise money
=
geld inzamelen
religion
=
religie / geloof / godsdienst
sad
=
verdrietig / droevig
sell - sold - sold
=
verkopen - verkocht - verkocht
stall
=
kraampje / verkoopstand
temple
=
tempel
tiring
=
vermoeiend
cash
=
contant / contant geld / contanten
emergency
=
noodgeval
even if
=
zelfs als
for free
=
gratis
goal
=
doel
Greece
=
Griekenland
however
=
echter
hunger
=
honger
measles
=
mazelen
nurse
=
verpleegkundige
on foot
=
te voet
on horseback
=
te paard
otherwise
=
anders
poverty
=
armoede
spend - spent - spent
=
uitgeven - gaf uit - uitgegeven
suffer
=
lijden
unfair
=
oneerlijk
voice
=
stem
volunteer
=
vrijwilligerswerk doen / vrijwilliger
at any time
=
wanneer dan ook
be sure
=
ergens zeker van zijn / zeker zijn
build - built - built
=
bouwen - bouwde - gebouwd
destroy
=
vernietigen
draw - drew - drawn
=
tekenen - tekende - getekend
fire
=
brand
fire department
=
brandweer
go - went - gone
=
gaan - ging - gegaan
hit - hit- hit
=
treffen - trof - getroffen / raken - raakte - geraakt
hope
=
hopen
kind
=
aardig / vriendelijk
relative
=
familielid
run - ran - run
=
rennen - rende - gerend
shake - shook - shaken
=
schudden - schudde - geschud
situation
=
situatie
take - took - taken
=
brengen - bracht - gebracht / nemen - nam - genomen
Absolutely
=
Zeker weten
care about
=
geven om
design
=
ontwerpen
far away
=
ver weg
make a donation
=
doneren
prize
=
prijs
profit
=
winst
while
=
terwijl
wonderful
=
geweldig