Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • date = een afspraakje hebben
  • girly = meisjesachtig
  • depend on = afhangen van
  • more or less = min of meer
  • make an effort = moeite doen
  • latest = nieuwste
  • hooter = toeter
  • appearance = uiterlijk
  • particularly = bepaald
  • ordinary = gewoontjes / gewoon
  • short notice = zeer binnenkort
  • statement = bewering
  • genuinely = echt
  • miserable = slecht
  • middle = midden
  • bump into = botsen tegen
  • high street = hoofdstraat
  • desperate = wanhopig
  • rush = rennen / haasten
  • to make matters worse = tot overmaat van ramp
  • fly - flew - flown = vliegen - vloog - gevlogen
  • tidy = opruimen
  • study = leren
  • early = vroeg
  • nightmare = nachtmerrie
  • tease = plagen
  • sign = gebaren
  • deaf = doof
  • over = voorbij
  • steady = vast / vaste
  • suit = passen bij
  • first off = om te beginnen
  • just another = een doorsnee
  • take it or leave it = graag of niet
  • move on to = verdergaan met
  • otherwise = anders
  • act = gedragen
  • bad = erg graag
  • whether or = of ... of
  • bother = storen
  • rather = liever
  • sensitive = gevoelig
  • sports centre = sportschool
  • it's been three days = het is drie dagen geleden
  • reject = afwijzen
  • stand a chance = kans maken
  • suppose = denken / veronderstellen
  • go on = vooruit
  • hurt feelings / hurt someone's feelings = kwetsen