Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • mind = gedachten
  • recover from = herstellen van
  • admit = toegeven
  • save = besparen
  • sale = uitverkoop
  • bargain = koopje
  • confusing = verwarrend
  • actually = eigenlijk
  • in advance = van tevoren
  • ad = advertentie
  • offer = aanbieden / aanbieding
  • dress = aankleden
  • headphones = koptelefoon
  • at least = minstens
  • various = verschillende
  • along the way = onderweg
  • regular = gewoon
  • guarantee = garantie
  • Germany = Duitsland
  • function = functie
  • enclose = bijsluiten / meesturen
  • signature = handtekening
  • protect = beschermen
  • risk = risico
  • used to = gewend aan
  • put on = aantrekken
  • take off = uittrekken
  • coin = muntje
  • pull = trekken
  • remove = verwijderen
  • push = duwen
  • receipt = bon
  • change = wisselgeld / veranderen
  • commercial = reclamespot
  • shop window = etalage
  • sneakers = sportschoenen
  • zipper = ritssluiting
  • strap = riempje
  • available = verkrijgbaar
  • season = seizoen
  • pocket = broekzak
  • against = tegen
  • dream = droom
  • add = toevoegen
  • shape = vorm
  • size = maat
  • brand = merk
  • amazed = verbaasd
  • discount = korting
  • gift = cadeau
  • fair = eerlijk
  • bracelet = armband
  • speed = snelheid
  • ground = grond
  • simple = eenvoudig
  • design = ontwerpen
  • switch = schakelaar
  • suitable = geschikt