Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • carnival = carnaval
  • costume = pak / klederdracht
  • lively = levendig
  • colourful = kleurrijk
  • outfit = kledingcombinatie / outfit
  • decorate = versieren
  • studio = atelier
  • feather = veer
  • sewing machine = naaimachine
  • challenge = uitdaging
  • silver = zilver
  • shiny = glimmend
  • glue = lijm
  • count = tellen
  • enter = meedoen aan
  • enthusiastically / enthusiastic = enthousiast
  • studies = studie / lesprogramma
  • art = kunst
  • town = kleinere stad / stad
  • write - wrote - written = schrijven - schreef - geschreven
  • bridge = brug
  • property = eigendom
  • spray paint = verf spuiten
  • marker = markeerstift / teken / stift
  • mark = markeren / aangeven
  • war = oorlog
  • statement = verklaring / bewering
  • fight - fought - fought = vechten - vocht - gevochten
  • oil = olie
  • arrow = pijl
  • lead to = leiden tot
  • grow up - grew up - grown up = opgroeien - groeide op - opgegroeid
  • teach - taught - taught = lesgeven aan - gaf les aan - lesgegeven aan / leren aan - leerde aan - geleerd aan
  • express = uiten
  • broad = breed
  • self-confidence = zelfvertrouwen
  • on stage = op het toneel
  • play = toneelstuk
  • director = regisseur
  • actually / basically = eigenlijk / in feite
  • a bit = een klein beetje
  • actress = actrice
  • TV series / tv series = tv-serie / televisieserie
  • perform = optreden / opvoeren
  • worldwide = wereldwijd
  • New Zealand = Nieuw-Zeeland
  • wish = willen / wensen
  • get in touch with = contact opnemen met
  • shine - shone - shone = stralen - straalde - gestraald / schijnen - scheen - geschenen
  • special effects = speciale effecten
  • carry on = doorgaan
  • interested = geïnteresseerd
  • suppose = aannemen / geloven / denken
  • operate = bedienen / bedienen van een apparaat
  • interesting = interessant
  • example = voorbeeld
  • personal = persoonlijk / jouw eigen
  • favourite = favoriete
  • original = origineel
  • beginning = begin / aanvang