Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • invite = uitnodigen
  • fancy someone = iemand leuk vinden
  • lunch break = lunchpauze
  • PE teacher = gymdocent
  • sporty = sportief
  • pal = vriend / maatje
  • have a crush on someone = verliefd zijn op iemand
  • sensitive = gevoelig
  • cheat on someone = iemand bedriegen
  • anxious = nerveus / bang / benauwd
  • trust = vertrouwen
  • chat = kletsen / praten
  • lie = liegen
  • blush = blazen
  • opposite = tegenovergestelde / tegengestelde
  • attract = aantrekken
  • either ... or ... = of ... of ...
  • compare = vergelijken
  • result = resultaat
  • lazy = lui
  • sweet = aardig / lief
  • caring = zorgzaam
  • peace = vrede
  • gossip = roddel
  • fault = fout
  • pass = laten passeren / passeren
  • as well as = en ook
  • fear = bang zijn voor
  • Jew = jood
  • Arab = Arabier
  • Muslim = moslim
  • Christian = christen
  • enemy = vijand
  • behaviour / behavior = gedrag
  • wake up - woke up - waken up = wakker worden - werd wakker - wakker geworden
  • pray = bidden
  • kiss = zoen / kus
  • wear - wore - worn = dragen - droeg - gedragen
  • cheek = wang
  • all of a sudden / suddeny = plotseling
  • stir up = aanwakkeren / ophitsen
  • emotion = emotie
  • consider = overwegen / nadenken over
  • deny = ontkennen
  • bizarre = bizar
  • insist = aandringen / erop aandringen / eisen
  • define = een definitie geven van
  • university = universiteit
  • touch = aanraken / raken
  • response = antwoord / reactie
  • a whole range of = een hele reeks
  • continue = doorgaan / verdergaan
  • personality = persoonlijkheid
  • charm = charme
  • appearance = uiterlijk / verschijning
  • look like = eruitzien als
  • haircut = kapsel
  • straight = steil / sluik / glad haar
  • burn - burnt - burnt = branden - brandde - gebrand
  • after all = achteraf gezien
  • shy = verlegen
  • company = gezelschap
  • cute = leuk / leuk om te zien
  • text = sms'en
  • mean - meant - meant = bedoelen - bedoelde - bedoeld
  • desperate = wanhopig
  • silly = raar / maf / dwaas / gek
  • feeling = gevoel