Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • obvious = duidelijk
  • equipment = apparatuur
  • slippery = glad
  • grease = vet
  • appropriate = geschikt / geschikte
  • steam = stoom
  • common = gewoon
  • apron = schort
  • faint = flauw
  • sensible = verstandig / verstandige
  • shiver = rillen
  • tuition = lesgeld
  • charge = in rekening brengen
  • admit = toelaten
  • in addition = daarnaast
  • create = maken / creëren
  • community = gemeenschap
  • provide = bieden
  • urban = stedelijk
  • comments = commentaar
  • level = niveau
  • ahead = vooruit
  • location = plaats / locatie
  • résumé = cv / curriculum vitae
  • complete = invullen
  • motivated = gemotiveerd
  • attitude = houding
  • shift = werktijd / dienst
  • current = huidig / huidige
  • no matter = het maakt niet uit
  • resort = vakantieplaats / vakantieoord
  • convenient = handig / geschikt
  • various = diverse / verschillende
  • stock clerk = vakkenvuller
  • finish = afmaken
  • technical = technisch / technische
  • anyway = trouwens