Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • world = wereld
  • turkey = kalkoen
  • wonderful = fantastisch
  • roof = dak
  • fence = hek
  • hospitable = gastvrij
  • furious = woedend
  • wave = zwaaien / uitzwaaien
  • prayer = gebed
  • niece = nicht
  • nephew = neef
  • tradition = traditie
  • culture = cultuur
  • count = meetellen / tellen
  • custom = gewoonte / gebruik
  • napkin = servet
  • gift = cadeau
  • relative = familielid
  • pillow = kussen / hoofdkussen
  • nails = nagels
  • shape = vorm
  • stick = stok
  • rich = rijk
  • blend = mix / mengsel
  • country = land
  • once = één keer
  • twice = twee keer
  • safe = veilig
  • traffic = verkeer
  • wake up = wakker worden / word wakker
  • onion = ui
  • cauliflower = bloemkool
  • peas = erwten
  • matchstick = lucifer
  • international = internationaal
  • expect = verwachten
  • of course = natuurlijk
  • language = taal
  • feel - felt - felt = voelen - voelde - gevoeld