Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • allow = toestaan
  • completely = helemaal
  • down = naar beneden
  • information booth = informatiestand
  • main entrance = hoofdingang
  • quite = best / nogal
  • ride = attractie
  • tall = hoog
  • theme park = pretpark
  • vacation / holiday = vakantie
  • agree = zijn het eens
  • all / whole = heel / hele / heel de / de hele
  • called = heten
  • end = einde
  • gun = geweer
  • married = getrouwd
  • No way! = Echt niet!
  • ride a horse = paardrijden
  • rock = rots
  • towards = naar
  • visit = bezoekje
  • visitor = bezoeker
  • beat = verslaan
  • canoeing = kanoën
  • championship = kampioenschap
  • court = baan
  • cycling = wielrennen
  • fishing = vissen
  • from = vanaf
  • indoor = binnen
  • medal = medaille
  • outdoor = buiten
  • bowling alley = bowlingbaan
  • champion = kampioen
  • finished = klaar
  • if = als
  • right = toch
  • Swedish = Zweedse