Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • assistant = bediende
  • for hire = te huur
  • hopefully = hopelijk
  • practise = oefenen
  • quite = nogal / best wel / best / vrij / knap
  • recommend = aanbevelen
  • someone = iemand
  • too fast = te snel
  • wave = golf
  • bright = helder
  • clean = schoonmaken / opruimen
  • degrees = graden
  • raincoat = regenjas
  • rubbish / trash / garbage = troep / afval
  • sea turtle = zeeschildpad
  • stay = blijven
  • turn up = harder zetten
  • umbrella = paraplu
  • volunteer = vrijwilliger
  • weather forecast = weerbericht
  • abroad = het buitenland
  • already = al
  • by the way = trouwens
  • different = anders
  • grown up = volwassen
  • just = gewoon
  • most = de meeste
  • on fire = in brand
  • own = eigen
  • pocket money = zakgeld
  • teenager = tiener
  • drive = rijden / autorijden
  • exactly = precies
  • I don't care. = Het kan me niet schelen.
  • job agency = uitzendbureau
  • kind = soort