Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • spring = lente
  • accept = accepteren / aannemen
  • become = worden
  • chef = kok
  • contact = contact opnemen
  • design = ontwerpen
  • discover = ontdekken
  • horrible = verschrikkelijk / vies
  • notice = opmerken
  • people = mensen
  • pleased = blij / tevreden
  • practise = oefenen
  • runner = hardloper
  • sell = verkopen
  • terrible = verschrikkelijk
  • useful = nuttig
  • way = manier
  • wonderful = geweldig / prachtig
  • actor = acteur
  • cloudy = bewolkt
  • finish = afronden
  • grow up = opgroeien
  • learn by heart = uit het hoofd leren
  • literature = literatuur
  • maybe = misschien
  • memory = geheugen
  • mind = erg vinden
  • music = muziek
  • plane = vliegtuig
  • primary school = basisschool
  • remember = zich herinneren / onthouden
  • smart = slim
  • study = studeren / leren
  • take off = opstijgen
  • theory = theorie
  • well-known = bekend
  • address = adres
  • attach = bijsluiten
  • chance = kans
  • competition = wedstrijd / competitie
  • evil = slecht / boosaardig
  • famous = beroemd
  • fashion = mode
  • find out = ergens achter komen / achter komen
  • form = formulier
  • King = koning
  • offer = aanbieden
  • pet = huisdier
  • plenty of = veel / volop
  • prove = bewijzen
  • successful = geslaagd / succesvol
  • television / TV / telly = tv / televisie
  • writer = schrijver
  • click on = klikken op
  • course = cursus / opleiding
  • future = toekomst
  • need to = moeten
  • save = opslaan / bewaren
  • shy = verlegen
  • sports day = sportdag
  • worry = zorgen maken