Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • actually = eigenlijk
  • adventure = avontuur
  • all kinds of = allerlei soorten
  • although = hoewel
  • anywhere = Overal
  • build = bouwen
  • definitely = absoluut
  • describe = beschrijven
  • dial = kiezen (nummer, telefoon) / kiezen
  • duck = eend
  • earn = verdienen
  • egg = ei
  • exist = bestaan
  • grandma / grandmother = oma / grootmoeder
  • guitar = gitaar
  • hang up = ophangen
  • have in common = gemeen hebben
  • heart = hart
  • hopefully = hopelijk
  • income = inkomen
  • joke = grap
  • keep in touch = contact houden
  • leave = achterlaten
  • luxurious = luxueus
  • make = maken
  • no matter = maakt niet uit / ongeacht
  • phone = telefoon
  • raise money = geld inzamelen
  • reach = bereiken
  • recognise = herkennen
  • rent = huur
  • ring = overgaan (telefoon) / overgaan
  • share = delen
  • signal = bereik
  • soap = zeep
  • stone = steen
  • way = manier
  • wooden = houten / van hout