Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • benefit = goed doen / voordeel geven
  • boarding school = kostschool
  • by force = met geweld
  • cable car = gondel / gondel van een kabelbaan
  • defeat = verslaan
  • destroy = vernietigen
  • funeral director = begrafenisondernemer
  • housing = huisvesting / woonruimte
  • in the distance = in de verte
  • inventive = vindingrijk / inventief
  • natural wealth = natuurlijke rijkdommen
  • on the rise = in opkomst
  • property = eigendom
  • rate = percentage
  • belief = overtuiging
  • clan = stam
  • deliberately = met opzet / expres
  • despite = ondanks
  • ethnic = oorspronkelijk
  • explorer = ontdekkingsreiziger
  • food parcel = voedselpakket
  • founder = stichter
  • go into exile = in ballingschap gaan
  • grant = gift
  • pave the way to = mogelijk maken / de weg effenen naar / de weg vrijmaken
  • remote = afgelegen
  • siblings = broers en zussen
  • pool / swimming pool = zwembad
  • view = kijk / opvatting / visie
  • cardiac unit = hartafdeling
  • concrete = beton
  • device = apparaat
  • dust particle = stofdeeltje
  • exhibition = tentoonstelling
  • failure = mislukking
  • heart failure = hartverlamming
  • household name = begrip / beroemdheid
  • impact = effect
  • physicist = natuurkundige
  • pneumonia = longontsteking
  • reject = afstoten
  • satisfying = tevredenstellend
  • surgery = chirurgie
  • X-ray = röntgenfoto
  • address = aanspreken
  • disapprove = afkeuren
  • etiquette = etiquette / gedragsvormen
  • gossip = roddelen
  • harsh = heel zwaar
  • hostess = gastvrouw
  • lighthouse = vuurtoren
  • manners = goed gedrag
  • visible = zichtbaar
  • whisper = fluisteren