Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • brief = kort
  • buttermilk = karnemelk
  • change your mind = van gedachten veranderen
  • chart = hitlijst
  • cheer up = opvrolijken
  • couple = stelletje
  • dial = bellen
  • explode = ontploffen
  • handsome = knappe
  • influence = invloed
  • issue = nummer
  • leave = achterlaten
  • mile = mijl
  • reach = bereiken
  • regarding = wat betreft
  • semi-skimmed milk = halfvolle melk
  • annoying = irritant
  • attitude = houding
  • choir = koor
  • distance = afstand
  • eventually = uiteindelijk
  • fond of = dol op
  • get in touch = contact opnemen
  • get to know = leren kennen
  • in common = gemeen
  • in order to = om te
  • join = lid worden van
  • laid-back = ontspannen
  • lasting = duurzame
  • mainly / mostly = vooral
  • opportunity = kans
  • originally = oorspronkelijk
  • chemistry = scheikunde
  • everything = alles
  • look forward to = uitkijken naar
  • make a fool of yourself = jezelf voor schut zetten
  • Opposites attract. = Tegenpolen trekken elkaar aan.
  • sure = prima
  • anniversary = jubileum
  • art = kunst
  • artist = kunstenaar
  • Asian = Aziatisch
  • collector = verzamelaar
  • complaint = klacht
  • course = cursus
  • cuisine = keuken
  • customer = klant
  • encourage = stimuleren
  • former = vroegere
  • goods = goederen
  • grab = grijpen
  • grew = groeide
  • grow = groeien
  • grown = gegroeid
  • homework = huiswerk
  • host = gastheer
  • nearest = dichtstbijzijnde
  • past = laatste
  • report = verslag
  • setting = omgeving
  • silk = zijden
  • Spanish = Spaans
  • stuff = dingen