Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • beautify = verfraaien
  • bubble letters = ballonletters
  • commission = opdracht geven voor
  • commitment = toewijding
  • crane = hijskraan
  • disrespectful = respectloos
  • distinctive = kenmerkend
  • frisk = fouilleren
  • in the final analysis = uiteindelijk
  • inescapable = onontkoombaar
  • legitimize = wettigen
  • select = exclusief
  • showcase = presentatie
  • stencil = stencilafdruk
  • striking = opvallend
  • witty = geestig
  • A-level = Brits eindexamenniveau vergelijkbaar met vwo
  • bash = slaan
  • be blown away by = ondersteboven zijn van
  • booth = stand
  • carving knife = vleesmes
  • chitterlings = varkensingewanden
  • chop = karbonade
  • cliffhanger = spannend einde aan een aflevering of verhaal
  • drive me around the bend = me knettergek maken
  • editor = redacteur
  • grizzly = griezelig
  • hesitant = aarzelend
  • hunch = voorgevoel
  • pail = emmer
  • piece of mind = gemoedsrust
  • pigswill = vloeibaar varkensafval
  • plain = duidelijk
  • poster girl = lichtend voorbeeld
  • remorse = spijt
  • spot on = precies goed
  • trade fair = vakbeurs
  • allocate = toewijzen
  • assemble = verzamelen
  • assembly hall = aula
  • cast = bezetting
  • exhibit = voorwerp in een tentoonstelling
  • flex = gebruiken
  • get going = opschieten
  • graphic designer = grafisch ontwerper
  • lighting rig = lichtinstallatie
  • prop = rekwisiet
  • raffle = tombola
  • raise awareness of = mensen bewust maken van
  • sculpt = beeldhouwen
  • staple gun = nietpistool
  • on display = tentoongesteld
  • breeze = bries
  • cinematic = in een film
  • computer generated = gemaakt door een computer
  • credits = aftiteling
  • customize = op maat maken
  • get on the bandwagon = met de grote massa meedoen
  • gore = gestold bloed
  • in keeping with = in overeenstemming met
  • lucrative = lucratief
  • mathematical formula = wiskundige formule
  • mould = vorm die als model dient
  • mouldable = kneedbaar
  • old-school = ouderwets
  • pay up front = vooraf betalen
  • people in the know = insiders
  • product placement = sluikreclame
  • sculptor = beeldhouwer
  • swap = ruilen
  • texture = manier waarop iets aanvoelt
  • tourism agency = bureau toerisme
  • wizardry = tovenarij