ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
All right!
2e editie
All right2-4k
AllRight2-4k-H1-EN ->
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
according to
=
volgens
achieve
=
bereiken
amount
=
hoeveelheid
bags
=
wallen
barely
=
nauwelijks
bite
=
hapje
blood pressure
=
bloeddruk
breach
=
breken
certain
=
bepaalde
chunk of
=
stuk
condition
=
kwaal
conduct
=
gedrag
cure
=
geneesmiddel
current
=
huidige
deal with
=
omgaan met
decrease
=
verlagen
describe
=
omschrijven
despite
=
ondanks
develop
=
ontwikkelen
disorder
=
stoornis
Dizzy
=
duizelig
earlier
=
eerder
fact
=
feit
gradually
=
geleidelijk
guy
=
jongen
happen to be
=
zijn toevallig
haunt
=
achtervolgen
have in common
=
gemeen hebben
health insurance card
=
verzekeringspasje
increase
=
verhogen
incredible
=
ongelofelijk
injury
=
blessure
intake
=
inname
lose weight
=
afvallen
main point
=
hoofdgedachte
mean
=
bedoelen
mention
=
noemen
mind
=
hoofd
modify
=
aanpassen
needless to say
=
het spreekt vanzelf
number
=
aantal
obvious
=
duidelijk
occur
=
voorkomen
paragraph
=
alinea
participant
=
deelnemer
physical
=
lichamelijke
preference
=
voorkeur
raw
=
rauwe
reach for
=
reiken naar
regular
=
vaste
require
=
nodig hebben
resistance
=
weerstand
sentence
=
zin
severe
=
ernstige
silly
=
flauw
sir
=
meneer
slip away
=
wegglippen
sneaky
=
geniepig
spot
=
pukkel
squeak
=
piepen
surgery
=
spreekkamer
suspend
=
schorsen
take care
=
oppassen
take hold
=
vastpakken
That makes sense.
=
Dat klinkt logisch.
thought
=
gedachte
tolerable
=
draaglijk
treadmill
=
loopband
treat
=
behandelen
unlikely
=
onwaarschijnlijk
upwards
=
omhoog
ward
=
afdeling
word
=
woord
work out
=
trainen