Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • initially = aanvankelijk
  • to apply for = aanvragen
  • asylum seeker = asielzoeker
  • terrifying = beangstigend
  • familiar = bekend
  • to confirm = bevestigen
  • possessions = bezittingen
  • art = CKV
  • native country = geboorteland
  • gradually = geleidelijk aan
  • equality = gelijkheid
  • local council = gemeenteraad
  • handicraft = handvaardigheid
  • to get homesick = heimwee krijgen
  • to recall = zich herinneren
  • physical education = lichamelijke oefening
  • reluctantly = met tegenzin
  • physics = natuurkunde
  • science = natuurwetenschappen
  • interrogation = ondervraging
  • relieved = opgelucht
  • to get along = goed opschieten met
  • generally = over het algemeen
  • to overcome = overwinnen
  • to perform = presteren
  • refugees = vluchtelingen
  • frequently = regelmatig
  • to carry out = uitvoeren
  • storey = verdieping
  • to look forward to = zich verheugen op
  • phenomenon = verschijnsel
  • to settle = zich vestigen
  • to flee = vluchten uit
  • because of = wegens
  • to quote = citeren
  • life-force = levenskracht
  • superficial = oppervlakkig
  • attempt = poging
  • opposite of = tegenovergestelde van
  • to reduce = verminderen
  • on the other hand = aan de andere kant
  • purchase = aankoop
  • to appeal = aanspreken
  • marvellously = buitengewoon
  • on top of that = daar komt nog bij
  • target = doel
  • to bother = zich druk maken / de moeite nemen
  • entirely = geheel / helemaal
  • convenient = geschikt
  • unfortunately = helaas
  • to draw someone’s attention = iemands aandacht trekken
  • to overtake = inhalen
  • resident = inwoner
  • empire = keizerrijk
  • complaint = klacht
  • rural = landelijk
  • unreliable = onbetrouwbaar
  • unfortunate = ongelukkig
  • undoubtedly = ongetwijfeld
  • excited = opgewonden
  • locals = plaatselijke bewoners
  • giant = reusachtig
  • eventually = tenslotte
  • astonished = verbaasd
  • astonishment = verbazing
  • licence = vergunning
  • presumably = vermoedelijk
  • to set out = vertrekken
  • to request = verzoeken
  • civil = burger...
  • elderly = bejaarden / op leeftijd
  • to locate somebody = er achter komen waar iemand zich bevindt
  • conventional = gebruikelijk
  • affection = genegenheid
  • ditch = greppel
  • aid = hulp
  • peasant = boertje
  • potential = mogelijk
  • to emphasize = de nadruk leggen op
  • to expose = ontmaskeren
  • to exaggerate = overdrijven
  • urban = stedelijk
  • to peer = turen
  • to conceal = verbergen
  • adequate = voldoende
  • department store = warenhuis
  • employees = werknemers
  • satisfactory = bevredigend
  • diary = dagboek
  • square = plein
  • numerous = talrijk
  • admission = toegang
  • display = uitstalling
  • to face = uitzicht geven op
  • to assure = verzekeren
  • sentence = vonnis
  • dreadfully = vreselijk
  • avenue = brede straat met bomen
  • establishment = zaak
  • to have a deal = akkoordgaan
  • to claim = beweren
  • to invade = met veel mensen binnenvallen
  • cross with = boos op iemand
  • neighbourhood = buurt
  • sooner = eerder
  • feature = kenmerk
  • to drive along = meerijden
  • to stab somebody = iemand steken
  • increasingly = in toenemende mate
  • can’t stand = niet kunnen uitstaan
  • inconvenience = ongemak
  • procession = optocht
  • deliberately = opzettelijk
  • racial tension = spanning tussen rassen
  • to leap = springen
  • so far = tot dusverre
  • to put up with = verdragen
  • to crush = plat drukken
  • chart = kaart
  • dusk = de schemering
  • trace = spoor
  • to expand = uitbreiden
  • to stretch = zich uitstrekken