ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-4havo
Ofcourse3-4h-H1-NE (Gesplitst)
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
to treat
=
behandelen
treatment
=
behandeling
to emphasise
=
benadrukken
What goes around, comes around.
=
Boontje komt om z’n loontje.
moreover
=
bovendien
to keep a secret
=
geheimhouden
common
=
gemeenschappelijk
habit
=
gewoonte
huge
=
gigantisch / enorm
vast
=
heel groot
to remind of
=
herinneren aan
literally
=
letterlijk
majority
=
meerderheid
minority
=
minderheid
abuse
=
misbruik
besides
=
naast / behalve
Practice makes perfect.
=
Oefening baart kunst.
uncommon
=
ongewoon / ongebruikelijk
recently
=
onlangs
to solve
=
oplossen
solution
=
oplossing
old-fashioned
=
ouderwets
to bully
=
pesten
point of view
=
standpunt
addicted to
=
verslaafd aan
addiction
=
verslaving
remove
=
verwijderen
What you give is what you get.
=
Wie goed doet, goed ontmoet.
first of all
=
allereerst
position
=
baan
to entertain
=
(iemand) bezighouden / bezighouden
mark
=
cijfer (op school) / cijfer
that's why
=
daarom
to keep on
=
doorgaan met
however
=
echter
experience
=
ervaring
lawn
=
gazon, grasveld
though
=
alhoewel / hoewel
pet
=
huisdier
you are required
=
je wordt verondersteld
in short
=
kortom
nevertheless
=
niettemin
despite
=
ondanks
immediately
=
onmiddellijk
elderly
=
ouderen / oudere mensen
noticeboard
=
prikbord
to apply for
=
solliciteren naar
lifequard
=
strandwacht / badmeester
finally
=
ten slotte
unless
=
tenzij
after all
=
trouwens
by the way
=
tussen twee haakjes / tussen haakjes
to walk the dog
=
uitlaten (hond) / uitlaten
subject
=
vak (op school) / vak
because of
=
vanwege
responsible
=
verantwoordelijk
for the time being
=
voorlopig
foreign language
=
vreemde taal
probably
=
waarschijnlijk
profitable
=
winstgevend
image
=
beeld
celebrity
=
beroemdheid
to get involved in
=
betrokken raken bij
mark (BE) / mark / grade (AE) / grade
=
cijfer (voor toets) / cijfer
to matter
=
ertoe doen / van belang zijn
mental
=
geestelijk
community
=
gemeenschap
to work out
=
gunstig uitpakken
present-day
=
hedendaags
strength
=
kracht
physical
=
lichamelijk
whatever
=
maakt niet uit wat
As time goes by.
=
naarmate de tijd voorbijgaat
surrounding
=
omringende
issue
=
onderwerp
smart
=
slim / pienter
to overcome
=
te boven komen / overwinnen
to satisfy
=
tevredenstellen
pride
=
trots
square
=
vierkant
to volunteer
=
vrijwilligerswerk doen
to join
=
zich aansluiten bij