Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to accelerate = versnellen
  • to affect = invloed hebben op
  • busker = straatmuzikant
  • to commute = reizen
  • damages = schadevergoeding
  • disruption = ontwrichting
  • to distinguish = onderscheid maken
  • to drag = slepen
  • to eject = verwijderen
  • exhausted = uitgeput
  • to get away with = iets ongestraft kunnen doen
  • outrageous = schandelijk
  • pastry = gebakje
  • to proceed = verder gaan
  • reminder = herinnering
  • to shrink = krimpen
  • to snap = knappen
  • to be startled = schrikken
  • stone = 6,35 kilo
  • to sue = vervolgen
  • torn = gescheurd