Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • accountable = verantwoordelijk
  • all-embracing = allesomvattend
  • allowance = toelage
  • benevolent = vriendelijk / welwillend
  • bicker = kibbelen
  • confer = verlenen / toekennen
  • default = standaard
  • derogatory = beledigend en afkeurend
  • disdain = minachtig
  • disposition = aard / karakter
  • durable = duurzaam
  • enviable = benijdenswaardig
  • fringe = bijkomend / extra
  • hallmark = kenmerk
  • injunction = bevel
  • lapse = tijdelijke terugval
  • plaintiff = aanklager / eiser
  • presumption = vermoeden
  • privilege = voorrecht
  • status quo = bestaande situatie
  • transgress = overtreden
  • avaricious = hebzuchtig
  • blemish = smet / vlek
  • blunt = bot
  • cram = volproppen
  • cite = citeren / aanhalen
  • contemplate = overwegen om
  • contender = kandidaat
  • crooked = corrupt
  • curb = inperken / terugdringen
  • enrol = zich inschrijven
  • foremost = meest vooraanstaand
  • jeopardize = in gevaar brengen
  • lament = betreuren
  • outright = regelrecht
  • prevail = zegevieren / de overhand hebben
  • resentful = verbitterd / boos
  • seamless = naadloos / probleemloos
  • spawn = genereren / voortbrengen
  • stupify = verbijsteren / compleet verbazen
  • vet = controleren / controleren van een tekst
  • adversary = tegenstander
  • agile = lenig
  • alliance = verbond
  • clergy = geestelijken
  • conducive to = bevorderlijk voor
  • counterpart = ambtsgenoot / tegenhanger
  • dispute = geschil
  • draft = concept / kladversie
  • evoke = oproepen
  • extenuating / mitigating = verzachtend
  • forge = ontwikkelen
  • glare = boos kijken
  • incite to / stir up = aanzetten tot
  • intriguing = boeiend / intrigerend
  • laudable = prijzenwaardig
  • leap = sprong
  • looting = plunderen
  • magnitude = grootte / omvang
  • plagiarism = plagiaat
  • repressive = onderdrukkend
  • secular = wereldlijk / niet-kerkelijk
  • alteration = verandering
  • altruistic = onzelfzuchtig / niet-egoïstisch
  • buzz = opwinding
  • clamber = klauteren
  • compassionate = medelevend
  • cue = hint / signaal
  • feckless = zwak / ongeïnteresseerd
  • foster = aanmoedigen
  • have overdraft = rood staan
  • be imbued with = vervuld zijn van
  • indispensable = onmisbaar
  • lay off = ontslaan
  • muddle = in de war brengen
  • pampered = verwend
  • peril = gevaar
  • predecessor = voorganger
  • relief = hulp
  • retain = behouden
  • snappish = snauwerig
  • stabbing = steken / steken met een mes
  • substantiate = bevestigen / bewijzen
  • telling = treffend
  • torment = kwellen / pijnigen
  • uprising = opstand
  • articulate = duidelijk / duidelijk verwoord
  • audacious = gedurfd
  • beneficial = gunstig
  • chair = voorzitter zijn van / voorzitten
  • conclusive = eenduidig / beslissend
  • contemporary = tijdgenoot
  • disposable = wegwerp
  • dissolve = ontbinden
  • endowment = gift
  • expedite = versnellen / bespoedigen
  • forgo = zich onthouden van / zich onthouden van iets leuks
  • fuel = aanwakkeren
  • incontrovertible = onweerlegbaar
  • indulge = zich uitleven
  • narrative = beschrijving / verhaal
  • ostensibly = ogenschijnlijk / kennelijk
  • pivotal = zeer belangrijk / centraal
  • preliminary = voorbereidend
  • proliferation = plotselinge toename
  • relinquish = afzien van / opgeven
  • sluggish = traag
  • submit = inleveren
  • unsustainable = onhoudbaar