Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • current = stroom
  • delicious = heerlijk
  • get to know = leren kennen
  • hostel = jeugdherberg
  • lifeguard = strandwacht
  • spend = doorbrengen
  • take off = uitdoen / afnemen
  • towards = in de richting van
  • beg = bedelen
  • donation / gift = schenking
  • dustbin = vuilnisbak
  • erupt = uitbarsten
  • evidence = bewijs
  • fume / damp = rook
  • giant = reus
  • hiking = een trektocht maken
  • lid = deksel
  • litter = rommel maken
  • ranger = parkopzichter
  • shrink = krimpen
  • tour guide = reisleider
  • volcano = vulkaan