Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • applicable = toepasselijk
  • appropriately = gepast
  • assess = vaststellen
  • be fluent = vloeiend zijn in
  • bone-crushing = verpletterend
  • double = dubbel
  • essentially = in wezen
  • globally = wereldwijd
  • hazard a guess = een poging wagen
  • inappropriate = ongepast
  • incidentally = à propos
  • limp = slap
  • obsolete = verouderd
  • ridiculously = belachelijk
  • the boarding process = het instapproces
  • the business card = het visitekaartje
  • the crumb = de kruimel
  • the disaster = de ramp
  • the evidence = het bewijs
  • the flaw = de tekortkoming
  • the inconvenience = het ongemak
  • the industry = de industrie
  • the key area = het sleutelgebied
  • the license = vrijbrief
  • the marital status = de burgerlijke staat
  • the misery = de misère
  • the refreshment = de verfrissing
  • the remote server = de server op afstand
  • the resume = het cv
  • the row = de rij
  • the slack = de losse eindjes
  • the tendency = de tendens
  • the tile = de tegel
  • to be entitled to = recht hebben op
  • to design = ontwerpen
  • to ensure = verzekeren
  • to host = beheren
  • to invent = ontdekken
  • to replicate = een kopie maken
  • to vacuum = stofzuigen
  • upsetting = verontrustend