Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • involved = betrokken
  • service provider = dienstverlener
  • principal / customer = opdrachtgever
  • minimum requirement = minimum eis
  • to sign = ondertekenen
  • rights = rechten
  • duties = plichten
  • customer services = dienstverlening
  • occasional deviation = incidentele afwijking
  • escalation = escalatie
  • to prioritise = prioriteiten stellen
  • to postpone = uitstellen
  • abundant = overvloedig / in overvloed
  • to order = bestellen
  • order = bestelling
  • payment = betaling
  • delivery = bezorging
  • contract = contract
  • invoice = factuur
  • complaint = klacht
  • shipment = zending
  • offer / quotation = offerte
  • to have in stock = in voorraad hebben
  • enquiry = onderzoek / navraag
  • terms of delivery = leveringsvoorwaarden
  • terms of payment = betalingsvoorwaarden
  • unexpected activities / unexpected tasks = onverwachte werkzaamheden
  • preconditions = randvoorwaarden
  • responsibilities = aansprakelijkheid
  • agreed in writing = schriftelijk overeengekomen
  • the work to be completed = te verrichten werkzaamheden