Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • department = afdeling
  • sales assistant = verkoopmedewerker
  • colleague = collega
  • to return articles = artikelen retourneren
  • late-night shopping = koopavond
  • accessories = accessoires
  • to exchange an article = een artikel ruilen
  • manager = bedrijfsleider
  • cash-desk / checkout / cash register = kassa
  • to put somebody through to = iemand doorverbinden met
  • trainee = stagiair
  • work placement = stage
  • to make an appointment = een afspraak maken
  • to confirm an appointment = een afspraak bevestigen
  • to change an appointment = een afspraak wijzigen
  • to cancel an appointment = een afspraak afzeggen
  • department store = warenhuis
  • to be in charge = de leiding hebben
  • automatic teller machine / ATM = geldautomaat / pinautomaat
  • to deduct from = aftrekken van
  • to transfer to = overschrijven naar
  • vending machine = verkoopautomaat
  • expenditure = uitgave
  • cashier = kassamedewerker
  • purchases = aankopen / boodschappen
  • gift voucher = cadeaubon
  • receipt = betalingsbewijs / kwitantie
  • fragile = breekbaar