Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • finally = eindelijk
  • (to) rent = huren
  • clean = schoon
  • comfortable = comfortabel
  • newsagent's = kiosk (voor tijdschriften, kranten, snoep en sigaretten)
  • shopkeeper = winkelier
  • (to) show = laten zien
  • downstairs = naar beneden
  • cellar = kelder
  • spacious = ruim
  • (to) arrange = afspreken
  • desperate = wanhopig
  • past = langs
  • on the way to = op weg naar
  • suitable = geschikt
  • tenant = huurder
  • unknown = onbekende
  • enormous = enorme
  • rumours = geruchten
  • below / underneath = onder
  • runs = loopt
  • speedy = snel
  • (to) govern = regeren
  • disguised = vermomd
  • existence = bestaan
  • proved = bewezen
  • fan = ventilator
  • fabulous = geweldig
  • laws = wetten
  • (to) permit = toestaan
  • shelter = schuilplaats
  • secure = veilig
  • expanding = uitbreiden
  • reduces = vermindert
  • empty = leeg
  • limited = beperkt
  • departing = vertrekken
  • carriage = treinstel
  • get off = eruit gaan
  • to get off

    eruit gaan

  • regularly = regelmatig
  • pale = bleek
  • (to) faint = flauwvallen
  • (to) relax = ontspannen
  • panicking / to panick = in paniek raken
  • (to) breathe = ademen
  • deeply = diep
  • (to) picture = zich voorstellen
  • emergency exit = nooduitgang
  • calm down = rustig worden
  • to calm down

    rustig worden

  • dreading = er tegenop zien
  • return journey = terugreis