Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • tram = tram
  • tickets = kaartjes
  • ticket machines = kaartjesautomaten
  • sure / certain = zeker
  • to prefer = liever hebben
  • ticket office = loket
  • understanding = begrijpen
  • central station = centraal station
  • return ticket = retourtje
  • tram stop = tramhalte
  • identical twins = eeneiige tweeling
  • next = daarna
  • to press = indrukken
  • destination = bestemming
  • then = dan
  • to put = indoen / in doen
  • slot = gleuf
  • button = knop
  • movies = film
  • like = net als
  • rocket = raket
  • forward = naar voren
  • action = actie
  • opposite = tegenovergesteld
  • reaction = reactie
  • pushing = duwen
  • force = kracht
  • to build = bouwen
  • air = lucht
  • released = vrijgelaten
  • to tape = vastplakken
  • at least = ten minste / tenminste
  • through = door
  • to tie = vastmaken
  • escaping = ontsnappend
  • beaten = verslagen (to beat - verslaan) / verslagen / verslagen (to beat-verslaan)
  • annual = jaarlijks
  • followed by = gevolgd door
  • to hate = haten
  • looking = kijken
  • far away = ver weg
  • to mean = bedoelen
  • to keep in touch = contact houden
  • airport = vliegveld
  • to see someone off = iemand uitzwaaien
  • tonight = vanavond
  • to care about = geven om
  • each other = elkaar
  • forever = altijd
  • to travel = reizen
  • all over = door heel
  • flight = vlucht
  • dangerously = gevaarlijk
  • expensive = duur
  • bank account = bankrekening
  • afford = veroorloven
  • taut = strak
  • inflated = opgeblazen
  • to launch = lanceren
  • unclaimed = niet opgeëist