Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to continue = verdergaan
  • presentations = presentaties
  • theme = thema
  • hopes = verwachtingen
  • dreams = dromen
  • future = toekomst
  • Prime Minister = minister-president
  • one day = ooit
  • ideas = ideeën
  • pollution = vervuiling
  • to sit back = achterover zitten
  • to ban = tegengaan
  • traffic = verkeer
  • Royal Family = Koninklijke Familie
  • huge = heel groot
  • leisure centre = evenementenhal
  • ice-skating rink = ijsbaan
  • interesting = interessant
  • optional = niet verplicht
  • ridiculous = belachelijk
  • microwave = magnetron
  • company = bedrijf
  • hospitals = ziekenhuizen
  • factories = fabrieken
  • scary = eng
  • office building = kantoorgebouw
  • allowed = toegestaan
  • to injure = verwonden
  • human being = mens
  • whizzes = zoeft
  • to deliver = brengen
  • daily = dagelijks
  • claiming = beweren
  • built = bouwde
  • diner = restaurant
  • recognizes = herkent
  • detects = vindt
  • objects = dingen
  • guides = wijst de weg
  • staff = personeel
  • magazine = tijdschrift
  • horoscope = horoscoop
  • page = pagina
  • favourite = favoriet
  • rubbish = rotzooi
  • off = weg
  • honestly = echt waar
  • superstitious = bijgelovig
  • star sign = sterrenbeeld
  • lucky ones = gelukkigen
  • else = anders
  • stranger = vreemdeling
  • dark = donker
  • near = nabije
  • secret = geheim
  • to change = veranderen
  • life = leven
  • gypsy = zigeunerin
  • gave = gaf
  • bag = zak
  • staffed by = bemand door
  • gimmick = stunt