ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
Go for it!
1 t-havo-vwo
Go for it 1thv-Unit1
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
to serve
=
serveren
busy
=
druk
to hurry up
=
zich haasten
corner shop
=
buurtwinkel
apple juice
=
appelsap
to be thirsty
=
dorst hebben
customer
=
klant
to enjoy
=
genieten van
across
=
aan de overkant van
road
=
weg
post office
=
postkantoor
almost / nearly
=
bijna
neighbours
=
buren
to introduce
=
voorstellen
local
=
plaatselijk
close to
=
dicht bij
gym
=
fitnessruimte
see you / bye
=
tot ziens
to be in a rush
=
haast hebben
out of sight
=
verdwenen
large
=
groot
family
=
gezin
less
=
minder
to find out
=
ontdekken
to understand
=
begrijpen
jealous
=
jaloers
age gap
=
leeftijdsverschil
eldest
=
oudste
youngest
=
jongste
married
=
getrouwd
to move out
=
uit huis gaan
boring
=
saai
job
=
taak
the same
=
dezelfde, hetzelfde / dezelfde / hetzelfde
attention
=
aandacht
to agree
=
het eens zijn
downside
=
nadeel
to compare to
=
vergelijken met
to bug
=
dwars zitten
buzz
=
gezellige drukte
noise
=
lawaai
only child
=
enig kind
to raise money
=
geld bij elkaar krijgen
community centre
=
buurthuis
next
=
de volgende
to try
=
proberen
to knock
=
aankloppen
to finish
=
afmaken
shopping
=
winkelen
soap
=
zeep
mistake
=
fout
whose
=
wiens
small
=
klein
curtain
=
gordijn
traffic light
=
verkeerslicht
dangerous
=
gevaarlijk
still
=
nog steeds / toch
horse riding
=
paardrijden
muddy
=
modderig
field
=
weiland
brush
=
borstel
sponge
=
spons
until
=
tot
to decide
=
bepalen
twin brother
=
tweelingbroer
impressive
=
indrukwekkend
building
=
gebouw
dirty
=
vies
traffic
=
verkeer
neighbourhood
=
buurt
serious
=
ernstig
crime
=
criminaliteit
to lock
=
op slot doen
homeless
=
dakloos
violent
=
gewelddadig
lake
=
meer
library
=
bibliotheek
quiet
=
stil
weather
=
weer
suburb
=
voorstad
area
=
gebied
divorced
=
gescheiden
coast
=
kust
shed
=
schuurtje
swing
=
schommel
factory
=
fabriek
smell
=
stank
pollution
=
vervuiling
unfortunately
=
helaas
the more the merrier
=
hoe meer zielen, hoe meer vreugd
what it is like
=
hoe het is
the one with itchy feet
=
de reislustige
conflict
=
onenigheid