ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
Go for it!
2 havo-vwo
Go for it 2hv-Unit2
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
Gran
=
oma
adventure
=
avontuur
about
=
ongeveer
to remember
=
zich herinneren
yesterday
=
gisteren
to hitchhike
=
liften
luxury
=
luxe
sports car
=
sportwagen
wonderful
=
geweldig
balcony
=
balkon
swimming pool
=
zwembad
all night
=
de hele nacht
motorbike
=
motor
glorious
=
schitterend
scenery
=
landschap
incredible
=
ongelooflijk
story
=
verhaal
romantic
=
romantisch
to exaggerate
=
overdrijven
to imagine
=
zich voorstellen
probably
=
waarschijnlijk
guest
=
gast
to keep to
=
zich houden aan
past
=
verleden
course
=
cursus
human
=
menselijk
skeleton
=
skelet
to dig up
=
opgraven
Christian
=
christelijk
graveyard
=
begraafplaats
Easter
=
Pasen
to be allowed to
=
mogen
sex
=
geslacht
illness
=
ziekte
to suffer from
=
lijden aan
male
=
man
teeth
=
gebit
to measure
=
meten
hip
=
heup
bone
=
bot
hole
=
gat
back
=
rug
skull
=
schedel
sword
=
zwaard
blow
=
slag
century
=
eeuw
explanation
=
uitleg
originally
=
oorspronkelijk
fisherman
=
visser
warrior
=
krijger
cinema
=
bioscoop
to drive someone mad
=
iemand gek maken
to copy
=
overschrijven
to develop
=
ontwikkelen
language
=
taal
weapon
=
wapen
to invade
=
binnenvallen
country
=
land
perhaps
=
misschien
to daydream
=
dagdromen
Scandinavia
=
Scandinavië
instead
=
in plaats daarvan
fact
=
feit
to wheel up
=
aan komen rijden
sometimes
=
soms
to pay
=
lonen
ago
=
geleden
war
=
oorlog
to order
=
bevel geven tot
to pack off
=
wegsturen
to broadcast
=
uitzenden
to attend school
=
naar school gaan
to face
=
onder ogen zien
discipline
=
discipline
separated
=
gescheiden
confused
=
verward
to be homesick
=
heimwee hebben
possession
=
bezitting
memory
=
herinnering
mask
=
masker
spare
=
reserve
toy car
=
speelgoedauto
bar
=
reep
nervous
=
zenuwachtig
sweet shop
=
snoepwinkel
plane
=
vliegtuig
brave
=
dapper
evacuation
=
evacuatie
to be stripped of
=
worden ontdaan van
watch tower
=
wachttoren
face to face
=
oog in oog
ancestor
=
voorouder
archaeological
=
archeologisch
remains
=
overblijfselen
build
=
bouw
cause of death
=
doodsoorzaak