ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
2 vmbo-k-g-t
2 yellow-Unit1-Lesson2
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
to teach
=
lesgeven
taught
=
gaf les, gaven les / gaf les / gaven les
to go
=
gaan
went
=
gingen
suntan
=
kleurtje
Canada
=
Canada
exciting
=
opwindend
to see
=
zien
saw
=
zag, zagen / zag / zagen
sad
=
droevig
all ...
=
de hele
waterfall
=
waterval
powerful
=
krachtig
to do
=
doen
did
=
deed, deden / deed / deden
incredible
=
ongelooflijk
to camp
=
kamperen
to stay
=
logeren, verblijven / logeren / verblijven
tent
=
tent
whole
=
hele
to send
=
sturen, zenden / sturen / zenden
sent
=
stuurde, stuurden / stuurde / stuurden
to get home
=
thuiskomen
got home
=
kwam thuis, kwamen thuis / kwam thuis / kwamen thuis
to hire
=
huren
caravan
=
caravan
comfortable
=
comfortabel
to hear
=
horen
heard
=
hoorden, hoorden / hoorden / hoorden
to meet
=
ontmoeten
met
=
ontmoette, ontmoetten / ontmoette / ontmoetten
to chat
=
chatten
somebody
=
iemand
contact lenses
=
contactlenzen
a lot of
=
veel
trouble
=
problemen, moeilijkheden / problemen / moeilijkheden
round
=
om … heen
jealous
=
jaloers
Niagara Falls
=
Niagara watervallen
horrid
=
naar