Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • to shock = laten schrikken, schokken / laten schrikken / schokken
  • staff = personeel
  • secondary school = middelbare school
  • street lighting = straatverlichting
  • pavement = stoep
  • cycle lane = fietspad
  • motorist = automobilist
  • to drive = rijden, besturen / rijden / besturen
  • drove = reed, reden / reed / reden / bestuurde, bestuurden / bestuurde / bestuurden
  • driven = gereden / bestuurd
  • ditch = sloot, greppel / sloot / greppel
  • hurt = gewond
  • ambulance = ambulance, ziekenwagen / ambulance / ziekenwagen
  • Accident and Emergency Unit = spoedeisende hulp
  • Royal = koninklijk
  • spokesperson = woordvoerder
  • broken = gebroken
  • general = algemeen, gewoon / algemeen / gewoon
  • ward = afdeling
  • visiting = bezoeken
  • at the time = toen
  • witness = getuige
  • pub = café
  • officer = politieagent
  • drunk = dronken
  • illegally = illegaal
  • as = terwijl
  • condition = toestand
  • cycling = fietsen
  • cyclist = fietser
  • country road = landweg
  • drinking = drinken
  • alcohol = alcohol
  • breath test = ademtest
  • infirmary = ziekenhuis