Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • miserable = rot, slecht / rot / slecht
  • matter = probleem
  • often = vaak, dikwijls / vaak / dikwijls
  • mean = gemeen
  • to fancy = leuk vinden, een oogje hebben op / leuk vinden / een oogje hebben op
  • anyway = in ieder geval
  • favourite subject = lievelingsvak
  • wrong = verkeerd
  • lesson = les
  • answer = antwoord
  • exercise = oefening
  • usually = gewoonlijk
  • homework club = huiswerkclub
  • to borrow = lenen
  • to mess up = rommeltje maken van
  • to have back = terugkrijgen
  • cross = boos
  • relationship = relatie
  • to be on about = doorzeuren over
  • to boss about = commanderen
  • after-school club = buitenschoolse activiteit
  • confusing = verwarrend