Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • game = wedstrijd
  • daft = stom
  • probably = waarschijnlijk
  • to score = scoren
  • point = punt
  • anyone = wie dan ook
  • anyway = eigenlijk
  • to phone = opbellen
  • to arrange = afspreken
  • to see = langsgaan bij
  • in the end = uiteindelijk
  • to stay = blijven
  • to miss = missen
  • to vote = stemmen
  • as well = ook
  • player = speler
  • each = elk
  • field = veld
  • quarter = kwart
  • half = helft
  • national = nationaal
  • league = bond
  • slow = langzaam
  • to stand for = betekenen, staan voor / betekenen / staan voor
  • naturally = natuurlijk
  • to hear = horen
  • offence = aanval
  • defence = verdediging
  • to decide = beslissen, besluiten / beslissen / besluiten
  • difficult = moeilijk
  • to discuss = bespreken
  • to agree = eens zijn met
  • to research = onderzoek doen naar
  • basics = grondbeginselen
  • time-out = time-out
  • to slow down = langzaamaan doen