ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 t-havo-vwo
3 blue-Unit1-Lesson2
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
motorist
=
automobilist
to accuse of
=
beschuldigen van
to shock
=
laten schrikken, schokken / laten schrikken / schokken
country road
=
landweg
to return
=
teruggaan
pavement
=
stoep
cycle lane
=
fietspad
bend
=
bocht
oil
=
olie
to drive / drove / driven
=
rijden, besturen / reed / gereden / rijden / reed / gereden / besturen / bestuurde / bestuurd
ditch
=
sloot, greppel / sloot / greppel
builder
=
bouwvakker
unhurt
=
ongedeerd
ambulance
=
ambulance, ziekenwagen / ambulance / ziekenwagen
to rush
=
snel brengen, met spoed brengen / snel brengen / met spoed brengen
Accident and Emergency Unit
=
afdeling spoedeisende hulp
Royal
=
koninklijk
spokesperson
=
woordvoerder
to break / broke / broken
=
breken / brak / gebroken
injury
=
verwonding
general
=
algemeen, gewoon / algemeen / gewoon
ward
=
afdeling
serious
=
ernstig
pub
=
café
officer
=
politieagent
drunk
=
dronken
therefore
=
dus, daarom / dus / daarom
illegal
=
illegaal
as
=
terwijl
condition
=
toestand
alcohol
=
alcohol
acceptable
=
acceptabel, aanvaardbaar / acceptabel / aanvaardbaar
to improve
=
verbeteren
situation
=
situatie
infirmary
=
ziekenhuis
breath test
=
ademtest