Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • permission = toestemming
  • to refuse = weigeren
  • part = deel, gedeelte / deel / gedeelte
  • to fail to = niet kunnen, er niet in slagen om / niet kunnen / er niet in slagen om
  • to stand by = iemand steunen
  • to confess = bekennen, opbiechten / bekennen / opbiechten
  • to prevent = voorkómen
  • to break up = uiteenvallen
  • insane = gestoord, krankzinnig / gestoord / krankzinnig
  • to confide in = in vertrouwen nemen
  • to marry = trouwen met
  • stranger = vreemde
  • unwanted = ongewenst
  • to overhear / overheard / overheard = toevallig horen
  • runaway = weggelopen
  • to shelter = onderdak zoeken
  • conversation = gesprek
  • to spread / spread / spread = verspreiden / verspreidde / verspreid
  • rumour = gerucht
  • to apologize = je excuses aanbieden, zich verontschuldigen / je excuses aanbieden / zich verontschuldigen
  • nerves = zenuwen
  • to arrange = regelen, arrangeren / regelen / arrangeren
  • marriage = huwelijk
  • surprising / surprisingly = verbazingwekkend
  • to consider = overwegen, nadenken over / overwegen / nadenken over
  • to blame = de schuld geven, kwalijk nemen / de schuld geven / kwalijk nemen
  • to insist = voet bij stuk houden
  • to finish = afmaken
  • forced = gedwongen
  • to discourage = ontmoedigen
  • to force = dwingen
  • traditional = traditioneel
  • option = optie, keuze
  • calm(ly) = rustig, kalm / rustig / kalm
  • to dare = wagen, durven / wagen / durven
  • to hop off = ophoepelen
  • sympathetic(ally) = welwillend, vriendelijk / welwillend / vriendelijk
  • refuge = opvangcentrum