ES
EN
NL
FR
DE
IT
Aprender vocabulario
Sugerencias
Método de estudio
Inicio
Wozzol
Sugerencias
Método de estudio
Listas de vocabulario
Noticias
Aprender vocabulario
Si desea aprender más vocabulario en un idioma extranjero, háganoslo saber.
Póngase en contacto con nosotros
Lista de vocabulario
Listas de vocabulario
Engels
ThiemeMeulenhoff
New Interface
3 t-havo-vwo
3 blue-Unit5-Lesson23
Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.
Acciones
Lista abierta para aprender
Imprimir la lista como
flashcards
Exportar lista como archivo de texto
Engels
Nederlands
Design Engineering
=
Industrieel Ontwerpen
splendid
=
geweldig
related
=
familie van, verwant / familie van / verwant
even though
=
hoewel
upbringing
=
opvoeding
western
=
westers
culture
=
cultuur
to appreciate
=
waarderen, respecteren / waarderen / respecteren
custom
=
gewoonte
to fear
=
vrezen, bang zijn voor / vrezen / bang zijn voor
education
=
opleiding
to be married
=
getrouwd zijn / getrouwd
to attend
=
gaan naar
academic
=
academisch
outstanding
=
uitstekend, uitmuntend / uitstekend / uitmuntend
facilities
=
voorzieningen, faciliteiten / voorzieningen / faciliteiten
library
=
bibliotheek
studies
=
studie
poet
=
dichter
lonely
=
eenzaam
company
=
gezelschap
to agree
=
akkoord gaan met, goed vinden / akkoord gaan met / goed vinden
to have in common
=
gemeen hebben
attractive
=
aantrekkelijk
unreasonable
=
onredelijk
unwilling
=
onwillig
wish
=
wens
shocked
=
geschokt, geschrokken / geschokt / geschrokken
to bring up
=
grootbrengen, opvoeden / grootbrengen / opvoeden
wide
=
breed, groot / breed / groot
circle
=
kring
to tear / tore / torn
=
scheuren / scheurde / gescheurd
confused
=
verward, in verwarring / verward / in verwarring
friendship
=
vriendschap
homesick
=
heimwee
to feel homesick
=
heimwee hebben
to upset
=
van streek maken
to disappoint
=
teleurstellen
to be offended
=
beledigd zijn
distant
=
ver
excellence
=
klasse
well-equipped
=
goed uitgerust
undergraduate course
=
bachelor-studie
to force yourself on someone
=
je aan iemand opdringen