Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • surge = stijging
  • to dominate = overheersen
  • to strain = streven
  • to shove = duwen
  • to down = naar binnen werken
  • to down food = eten naar binnen werken
  • arch-rival = aartsrivaal
  • tally = aantal
  • to remain = resteren / overblijven
  • to stretch = uitrekken
  • to accommodate = ruimte bieden aan
  • hard-to-digest = moeilijk verteerbaar
  • to shrink = krimpen
  • to choke = stikken
  • precaution = voorzorgsmaatregel
  • gluttony = vraatzucht
  • qualm = angstig gevoel
  • to knock off = verslaan
  • perch = toppositie
  • consideration = overweging / aandachtspunt
  • to insist = ergens op staan (figuurlijk)
  • to sanction = goedkeuren / bekrachtigen
  • to adhere to = zich houden aan
  • regulation = voorschrift
  • suitable = geschikt
  • to discourage = ontmoedigen
  • circumstance = omstandigheid