Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • target = doel
  • former = voormalig
  • emergency = noodgeval
  • to handcuff = in de handboeien slaan
  • careless = onbedachtzaam
  • flippant = luchthartig
  • disrespectful = niet respectvol
  • ignorance = onverschilligheid
  • to poke fun at = met iemand dollen
  • to investigate = onderzoeken
  • resident = inwoner
  • insanity / madness = gek zijn
  • to cite = citeren
  • sensitive = gevoelig
  • accurate = nauwkeurig
  • lack of = een tekort aan
  • lump = knobbel
  • allusion = zinspeling
  • plea = pleidooi
  • insult = belediging
  • fluid = vloeibaar
  • literary = literair
  • to have something in common = iets gemeen hebben
  • fondness = dol zijn op
  • disorder = ziekte
  • to lie at the heart of something = de bron zijn van
  • to do away with something = iets stoppen / ergens vanaf willen / ergens vanaf willen, iets stoppen / iets stoppen, ergens vanaf willen
  • to lighten up = minder serieus worden
  • to impress = indruk maken
  • to reclaim = iets terugvragen
  • to label someone = iemand een etiket opplakken