Wozzol

Por favor, compruebe si la lista de vocabulario es correcta antes de aprenderlo.

  • Engels Nederlands
  • against = tegen
  • to catch = vangen
  • customer = klant
  • to decide = besluiten, beslissen
  • to drop = laten vallen
  • immediately = meteen
  • to invent = uitvinden
  • light = licht
  • must = moet, moeten
  • to pass = doorspelen, doorgeven
  • player = speler
  • referee = scheidsrechter
  • to score a goal = een (doel)punt maken
  • to throw = gooien
  • twice = twee keer